Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
Filter
  • MPI Ethno. Forsch.  (2)
  • HU Berlin
  • Dutch  (2)
  • Leiden : Sidestone Press  (2)
  • Prehistoric archaeology  (2)
Datasource
  • MPI Ethno. Forsch.  (2)
  • HU Berlin
Material
Language
Years
Author, Corporation
Publisher
  • Leiden : Sidestone Press  (2)
  • 1
    Language: Dutch
    Pages: 1 Online-Ressource (450 p.)
    Keywords: Prehistoric archaeology
    Abstract: De vaak honderden aardewerkfragmenten die in Oss-Ussen werden aangetroffen in waterputten, kuilen, greppels en huisplattegronden vormden het aangrijpingspunt voor een studie naar het aardewerk uit een min of meer aaneengesloten bewoningsperiode van een millennium (ca. 800 v.Chr.–250 n.Chr.). In het eerste deel worden de ontwikkelingen in de uiterlijke aspecten van het lokaal vervaardigde aardewerk geschetst die waarneembaar zijn in 14 opeenvolgende fasen. De reeks begint op de overgang van de late bronstijd naar de vroege ijzertijd en eindigt in de midden-Romeinse tijd. Per type is voorts bekeken in hoeverre de situatie van Oss-Ussen representatief is voor de regio. Het tweede deel biedt een typochronologisch overzicht van het vele handgevormde kustaardewerk dat in Oss is aangevoerd, bezien in regionale context. Het meeste kustaardewerk zal met zeezout gevuld naar het binnenland zijn getransporteerd. Het derde deel omvat allereerst een studie naar het productieproces van het lokale aardewerk. Wat de bakwijze betreft, is geconcludeerd dat het aardewerk waarschijnlijk in ondiepe kuilovens of bovengronds gebakken werd. De gereconstrueerde maximumwaarden van 900°C vereisen in ieder geval geen geavanceerde bakinrichting. Bij het technologische onderzoek van het kustaardewerk bleek de chemische samenstelling verrassende verschillen op te leveren. De herkomst van de vroege exemplaren (gootjes) mag voornamelijk gezocht worden in een deel van het West-Nederlandse kustgebied dat onder invloed van de Maas stond. De jonge monsters lijken eerder uit een noordelijker gelegen kustzone afkomstig te zijn, met sterkere invloed van de Rijn. In het vierde deel komen de diatomeeën-analyses aan bod die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de identificatie van het kustaardewerk. Daarbij speelt de zoutgevoeligheid van de vastgestelde diatomeeënsoorten een sleutelrol. Voor een nadere bepaling van oorsprongsgebieden is een aardewerktypologische benadering echter onontbeerlijk
    Note: Dutch
    Library Location Call Number Volume/Issue/Year Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    Language: Dutch
    Pages: 1 Online-Ressource (274 p.)
    Keywords: Prehistoric archaeology
    Abstract: In deze studie staan de overblijfselen van prehistorische boerengemeenschappen van omstreeks 3500 jaar geleden centraal. Het gaat om samenlevingen die de pleistocene zandgronden van Zuid-Nederland en Vlaanderen in de periode van 1800 tot 1050 voor Chr. bewoonden. Van hun boerenbestaan van toen rest niet veel, maar het databestand aan archeologische ontdekkingen uit deze periode groeit sinds jaar en dag. Het was de archeoloog Willem Glasbergen die in de jaren vijftig de overblijfselen toeschreef aan de zogenoemde 'Hilversum-cultuur'. Hij deed dit op grond van een aantal nieuwe elementen in de materiële restanten. In eerste instantie was zijn definitie hoofdzakelijk gebaseerd op bepaalde typen grafmonumenten en de urnvondsten daaruit. Nederzettingen waren lange tijd schaars. Dat veranderde halverwege de jaren zestig toen het onderzoek bij de plaatsen Zijderveld en Dodewaard ronde huizen opleverde, die duidelijk afweken van de langgerekte, drieschepige woon-stalboerderijen in Noord-Nederland. Glasbergen zag daarin een bevestiging van zijn hypothese: de ongewone verschijnselen waren ontstaan door een migratie van een Zuid-Engels volk naar het zuiden van de Lage Landen. Veertig jaar na de definitie van de Hilversum-cultuur is het archeologische databestand opnieuw tegen het licht gehouden. Reden daarvoor was het toegenomen gegevensbestand en het veranderde paradigma. De groeiende kritiek op de migratietheorie als verklaringsmodel had de Britse migranten uit het denken doen verdwijnen. De tijd was rijp voor een evaluatie van het begrip Hilversum-cultuur. Met in de ene hand de restanten van het grafritueel, de grafmonumenten en de begravingen, en in de andere hand de overblijfselen van hun boerenerven schetst deze studie een beeld van de boerensamenlevingen van 3500 jaar geleden. Daarnaast gaat de auteur uitgebreid in op het ontstaan en ontwikkeling van het archeologisch cultuurbegrip en dat van de Hilversum-cultuur. Uit de studie is duidelijk geworden dat bepaalde kenmerkende restanten - vooral zichtbaar in het grafritueel - nog steeds archeologische realiteiten zijn. De vondstcomplexen die Glasbergen destijds als bouwstenen voor zijn definitie van de Hilversum-cultuur hanteerde, blijken nog steeds afwijkend te zijn, zowel in de tijd (het gaat om nieuwe verschijnselen) als ruimtelijk (ze kennen een beperkt verspreidingsgebied). Alleen de ronde huizen zijn archeologisch onbewijsbaar. De evaluatie geeft aan dat de Hilversum-cultuur nog steeds als een archeologische cultuur aanwijsbaar is. Ondanks de eigen karakteristieken maken de samenlevingen 'achter' de Hilversum-cultuur onderdeel uit van de uitgestrekte Noordwest-Europese bronstijdtraditie, gekenmerkt door lange woon-stalhuizen, grafheuvelbegravingen en grootschalige netwerkrelaties over lange afstanden. Dit proefschrift is tien jaar na de verdediging opnieuw uitgebracht door Uitgeverij Sidestone en voorzien van een woord vooraf
    Note: Dutch
    Library Location Call Number Volume/Issue/Year Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...