De werkzaamheden van de WRR kunnen worden onderscheiden in vijfjaarlijkse zittingsperioden. Op 31 december 1987 liep de vijfde raadsperiode af. Zoals steeds aan het einde van de vorige zittingsperioden wil de raad inzicht geven in de wijze waarop hij zijn wettelijke taak heeft uitgevoerd. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de taak en inrichting van de WRR. In hoofdstuk 2 wordt de werkwijze toegelicht, terwijl in hoofdstuk 3 de uitgebrachte rapporten en hun politieke en maatschappelijke doorwerking worden besproken. Een meer evaluatieve beschouwing van het functioneren van de raad is opgenomen in hoofdstuk 4. Daarmee voldoet de Raad aan de verplichting een periodiek evaluatierapport uit te brengen overeenkomstig de Aanwijzingen inzake externe adviesorganen die de minister-president op 11 maart 1987 heeft vastgesteld. In hoofdstuk 4 wordt tevens aandacht besteed aan het toekomstverkennen als zelfstandige activiteit van de WRR